SV | Doch een os, of klein vee, te lang of te verkrompen in leden, die zult gij tot een vrijwillig offer bereiden; doch tot een gelofte zou het niet aangenaam zijn. |
WLC | וְשֹׁ֥ור וָשֶׂ֖ה שָׂר֣וּעַ וְקָל֑וּט נְדָבָה֙ תַּעֲשֶׂ֣ה אֹתֹ֔ו וּלְנֵ֖דֶר לֹ֥א יֵרָצֶֽה׃ |
Trans. | wəšwōr wāśeh śārû‘a wəqālûṭ nəḏāḇâ ta‘ăśeh ’ōṯwō ûlənēḏer lō’ yērāṣeh: |
Doch een os, of klein vee, te lang of te verkrompen in leden, die zult gij tot een vrijwillig offer bereiden; doch tot een gelofte zou het niet aangenaam zijn.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Doch een os, of klein vee, te lang of te verkrompen in leden, die zult gij tot een vrijwillig offer bereiden; doch tot een gelofte zou het niet aangenaam zijn.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!